maandag 13 juni 2011

Kwartaalbrochure -nr.4 -Zomer 2011

-----------------------------------------


Het Hart van Azië – Mount Meru, Mount Belucha, Mount Kailash,

Uit: Shambhala – Het verborgen land waar het wiel van de tijd stilstaat

Door: Rudi Klijnstra

Sommige Mahatma’s, sadhoe’s, yogi’s en monniken brachten bijna hun hele leven door met mediteren in de holen en grotten van de Kailash. Door de inspiratie die het overweldigende, ongerepte landschap hun gaf en de nabijheid van de sterrenhemel konden zij hier makkelijker dan op enige andere plek in de natuur een diepe verinnerlijking ervaren en zich met de aarde en de kosmos verbonden voelen. In 1987 kreeg de beroemde bergbeklimmer Ronald Messner van de Tibetaanse religieuze autoriteiten als eerste toestemming om de nog onbedwongen heilige berg te beklimmen (wat de nodige protesten veroorzaakte). Dit unieke privilege werd Ronald Messner verleend vanwege zijn grootste klimprestaties. Nadat hij het terrein had verkend, besloot hij echter voor altijd van de beklimming af te zien, om de spirituele vibraties die de Kailash uitzendt niet te verstoren. Messner nam deze beslissing uit respect voor de devotie van de pelgrims die hij ontmoette; in plaats van de berg te beklimmen wilde hij hem liever leren begrijpen.



Veel anderen die de bergstreken, woestijnen, natuurgebieden en pelgrimsplaatsen van Centraal-Azië hebben bezocht, voelden hetzelfde. Zij werden nederiger en kregen een neiging tot afzondering, overpeinzing en meditatie. Op deze plekken, waar tijd en ruimte de normale begrenzingen overschreiden en een andere betekenis krijgen, ontstaan inzichten en voelt men energieën die vaak onmogelijk te beschrijven zijn, omdat werkelijkheid en fantasie in elkaar overlopen. Hier voelt men het hart van Azië kloppen, en de mythen van Shambhala worden heel geloofwaardig.

Alles lijkt erop te wijzen dat de heilige berg Kailash en de omgeving ervan, met haar uitzonderlijke kosmische en geomantische krachten, het centrum van Azië en de toegang tot Shambhala moet zijn; met de piramideberg in het midden als de centrale as van het heelal. Toch is dit volgens Tibetaanse boeddhisten geenszins het geval, en moet het aardse Shambhala verder ten noorden van Tibet worden gezocht, zoals het boeddhistisch kompas dat ook aangeeft. In het hindoe-epos Mahabharata staat te lezen dat de wereldberg Meru van goud is en voorbij de Himalaya ligt; er wordt een tocht naar de berg Meru in beschreven waarin de reizigers een uitgestrekte zandwoestijn oversteken.

Dit zou de Gobiwoestijn kunnen zijn. Daarna bereiken de reizigers de hoogvlakte van de Altai (= goud). Hier, op het geografische middelpunt van het Aziatisch continent, verheft zich de Belucha (Ak- of Utsch Sumer) – de wereldberg van de sjamanen – die de bakermat is van vele Mongoolse, Kazachstaanse, Chinese, Turkse, Indiase en Tibetaanse spirituele tradities. De Belucha en zijn omgeving vormen het gebied waar de allereerste verhalen over Belovodia, de voorloper van Shambhala, zijn ontstaan.



De kams van de Altai kunnen worden beschouwd als de eerste mensen die ervoeren dat de ware kosmos een universum is dat leeft, en bewustzijn en intelligentie bezit. De Belucha, de oorspronkelijke berg Meru, was hun centrale berg en de eerste mandala of blauwdruk met behulp waarvan zij de kosmische verbanden en wetten leerden begrijpen. Rondtrekkende Indo-Europese stammen verspreidden vanaf circa 4000 v.C. fragmenten van deze kennis en namen die in hun eigen tradities op. In Tibet ging deze oorspronkelijk Sjamaanse kennis op in de bon-religie en de Kalachakra Tantra. Bonpo’s en lama’s noemden Olmo Lungring (en later Shambhala) voortaan als de bron van hun belangrijkste esoterische leer, en de Kailash werd het equivalent van de wereldberg Ak Sumer (Mt. Belucha).
---------------------------------------

Ghandhi:


Waarheid is universeel, een en dezelfde,

Maar zij wordt gezien in fragmenten en

Vanuit verschillende gezichtpunten



-------------------------------------


De Wijsheid van de Upanishaden,

Annie Besant

(...)
Ketterij tegenover juist denken
Er bestaat niet zoiets als ketterij; want geen mens is de rechter en meester van een ander mens in welke gedachtesfeer dan ook, of dit nu op het gebied van godsdienst, politiek, zeden of filosofie ligt.
Gedachten moeten vrij en ongebonden zijn, anders krijg je stagnatie en dood. Maar omdat dat waar is, moeten we niet de onlogische gevolgtrekking maken van: ‘het doet er niet toe, wat ik denk.’
Het doet er enorm veel toe wat je denkt. Als je verkeerd denkt, zul je verkeerd handelen; als je laag denkt, zal je handelen in overeenstemming zijn met je denken. Dus denk zo edel, zo hoog, zo zuiver mogelijk.
Denk zo goed als je kunt en niet zo slecht als je kunt. Mik hoog, want hoe hoger de pijl gericht is, hoe hoger het doel is, dat hij raakt. Houd je eigen idealen hoog en edel en laat tegelijkertijd je eigen mening over anderen mild zijn en jouw idealen zullen je verheffen en je naastenliefde zal je gevallen broeder doen opstaan. Want nog nooit is iemand opgeklommen door vertrapt te worden.
Een mens klimt alleen op, doordat hij bemind wordt, met al zijn zonden en de dwaze dingen die hij doet en zoals wij met onze broeders omgaan, zo gaan ook Zij die boven ons staan met ons uiterlijke zelf om.
Nu dit onze laatste les is, eindig ik met de woorden van de Upanishad (Svetãsvatara II.14):

‘Het belichaamde Zelf, dat zijn wezenlijke aard schouwt, bereikt zijn ware doel en er komt een eind aan elke pijn.’
............................

De weg van het hart

(...)

Einar Adalsteinsson
De reis op het pad naar verlichting is voor elk van ons onvermijdelijk. Dit pad loopt lange tijd door het alledaagse leven van gedachten, emoties, handelingen en lijden, de uiterlijke en innerlijke wereld, zonneschijn en regenbuien. Maar naderhand leidt het tot diep in die verborgen ruimte waar de harmonie van de werkelijkheid achter deze hele verwarrende wereld verblijft. Dit deel van de weg komt langzamerhand in zicht naarmate emoties en gedachten hun ijzeren greep op ons beginnen te verliezen.
De plaats, waar de vlam van waarheid gelijkmatig brandt, bevindt zich ergens binnenin ons allen. Iedereen kan in zijn goede uren, wanneer de storm van het denken voor even is geluwd en er innerlijke stilte heerst, de warmte en het licht van die vlam voelen als een vreugdevol gevoel in zijn hart, en vandaar deze titel, de weg van het hart. Dit is een menselijke ervaring, niet zo zeldzaam als men zou denken, maar meestal wordt die in stilte en nederigheid met zich meegedragen omdat ze moeilijk te beschrijven is, behalve dan in poëzie en symboliek. Het is de mystieke ervaring van de eenheid van het leven, wanneer het menselijk bewustzijn samensmelt met het universum, zodat er slechts de éne werkelijkheid van heelheid bestaat. Dat is een ervaring van absolute waarheid en liefde, woordeloos begrijpen, harmonie en schoonheid. De weg van het hart begint wanneer men pijn in zijn hart voelt bij het leed van anderen. Door dit altruïstisch lijden wordt een begrip geboren dat liefde doet ontstaan. Bij het denken over het leven als één geheel, het in alles te voelen, er deel aan te hebben, het gewaar te zijn, het te begrijpen en lief te hebben en niet door te domineren of te willen bezitten, worden we met de essentie van het leven geconfronteerd.
Deze holistische visie ziet alle dingen als deel van één schitterend geheel, waar ieder naar zijn eigen aard zijn rol in speelt en waar niemand teveel is, zelfs niet de minste van onze menselijke of dierlijke broeders. Deze visie is geworteld in een onvoorwaardelijke liefde voor ieder mens en elk dier. Pijn moeten we zien als onze leraar in het leven. Het wijst op een gebrek aan harmonie, een gebrek aan evenwicht dat naar herstel zoekt. Pijn is niet hetzelfde als lijden.
Lijden is een toestand van het denkvermogen die voortkomt uit begoocheling en uit de mentale en emotionele behoefte om aan pijn te ontkomen. Als we de aard van pijn werkelijk zouden begrijpen, zou er geen lijden zijn. Begrip brengt verlichting.
De weg van het hart betekent dat je sensitief en vrij bent en dat je daardoor de dingen onbevreesd, zonder te willen ontkomen of zonder gehechtheid, kunt zien.
We zouden een onwrikbaar vertrouwen in het leven moeten hebben. We moeten leren om het moment te nemen zoals het komt, wat betekent dat we in het nu leren leven. De meesten van ons zitten veilig achter muren of achter ons eigen psychische bouwsel doordat we niet in staat zijn om de pijn van het leven onder ogen te zien. Deze muren die onze relatie tot anderen belemmeren moeten worden afgebroken om het hart te kunnen bereiken. Een eerste stap is oprechtheid - ten eerste ten opzichte van onszelf, onze visies, geloof, ideeën, herinneringen, gewoonten en het onderzoeken van uiterlijke tradities, want deze beïnvloeden onze relaties met anderen. Dit betekent dat je voor iedereen dezelfde bent, je de mensen zonder vooroordelen tegemoet komt, hen accepteert zoals ze zijn en niet zoals wij zouden willen dat ze zijn. Verder moeten we leren positief te denken maar tegelijkertijd alert en oplettend. Positieve twijfels - hoewel een beetje paradoxaal - houden een open denkvermogen in, zonder voor of tegen te zijn. Een negatieve twijfel is een blinde, gevestigde overtuiging en betekent stagnatie, het voor altijd de deur sluiten voor elk nieuw inzicht.
Op de weg van het hart is weinig ruimte voor gedachten, herinneringen, angsten of verlangens. Het is die onophoudelijke activiteit van het denken en het gevoel van een persoonlijk doel of verlangen dat het zicht op het ene licht van liefde versluiert. Omdat we teveel in beslag genomen worden door het lawaai van ideeën missen we het milde inzicht van het hart. De werktuigen om de betekenis van het leven te kunnen bevatten, de waarheid in alle dingen te benaderen, in contact te komen met de waarde van het leven, het doel achter alle dingen en gebeurtenissen, zijn, in het kort, begrip en liefde. Het is altijd hetzelfde, maar steeds nieuw en fris. Je ziet het in bloemen, in de lucht, in het kind, in het leed van de mensen, in alle verschillende dingen. Het is als het ene licht dat alles in zijn eigen uniekheid toont.
Wat er uit ons moet groeien is al als zaad in ons aanwezig. Groeien is zorgen dat het zaad zo goed mogelijk gedijt. Het is voor ons een natuurlijke zaak om als bloemen te groeien, maar de groei verloopt sneller en voorspoediger als we leren het onkruid te wieden uit de tuinen van onze ziel en onszelf te openen voor de zonneschijn van het begrijpen van wie we werkelijk zijn. Het leven op de weg van het hart is een leven van dienst. De enige waardevolle gave die we een ander kunnen schenken is onszelf, volledig en zonder reserve. Er zijn meesters die de wijdere visie bezitten en die de universele betekenis hebben ontdekt en dat inzicht nooit meer zijn kwijtgeraakt. Door middel van ons hart kunnen we ook in contact komen met de Grote Broederschap en dan wordt hun aanwezigheid een levende realiteit in ons dagelijks leven. Er zal een progressieve correctie in onze psyche plaatsvinden en dan stroomt het onbeschrijfelijke onze ziel binnen.

Einar Adalsteinsson

Uit: Theosofia, Augustus 1999.

----------------------------------

Het Belang van Goed Luisteren

(....)

N. Sri Ram
Elke theosofische conventie en bijna iedere bijeenkomst, die niet slechts in naam, maar in werkelijkheid aan theosofische doeleinden is gewijd, doet mij, en naar mijn overtuiging vele anderen met mij beseffen, dat een groot gedeelte van het belangrijkste werk van de Vereniging door middel van deze samenkomsten tot stand wordt gebracht, meer misschien dan wij wel denken. Ik geloof dat het de eenvoudige waarheid is dat ieder op z'n best is, wanneer hij in harmonie is met anderen; en deze harmonie ontstaat slechts doordat iedereen anders is dan de anderen; ze komt niet voort uit een halfhartige gelijkgerichtheid, maar welt op uit een krachttoename, een bezieling van onze zuivere aard en een samenbundeling van de inherente krachten om een enkel effect teweeg te brengen. Dat effect is in ons geval het uitstralen van de invloed van de ene alomvattende waarheid, waarvoor wij proberen ons open te stellen, als wij samenkomen, althans waarvoor wij behoorden dat te proberen. Hoe moeten wij dat doen? Natuurlijk door een vriendschappelijke gezindheid. Maar tegelijk met deze goede gezindheid, die als ze waarachtig is, ook diep gevoeld is, en niet een oppervlakkig vertoon, moet er toch ook een bepaalde belangstelling zijn en een zekere eerbied, die elke neiging tot pronken met eigen kennis of zich te doen gelden, de kop indrukt.

Waar Krishnamurti vaak in zijn toespraken op wijst, is dat wij er in ons contract, slechts dan bij winnen (dit zijn niet zijn eigen woorden) hetzij in ons privé-leven of in een bijeenkomst, als wij luisteren wat wij maar zelden doen, en dan ook nog maar met een half oor en met geringe aandacht. Wat ons er van weerhoudt aandachtig te luisteren is de stroom of zijn de meerdere stromen van onze gebruikelijke reacties en oordeelvellingen. Dat betekent niet dat wij eigenlijk geen oordeel hoorden te vellen, en evenmin dat wij maar alles moeten aanvaarden wat er gezegd wordt, in deze zin dat we alles kritiekloos moeten slikken. Maar als wij innerlijk onbuigzaam zijn en als wij de bewering of het probleem niet in ons opnemen, dan kunnen wij met geen mogelijkheid weten, waar het werkelijk om gaat, of waarom de persoon in kwestie dat zegt. Men moet passief zijn, d.w.z. sensitief en ontvankelijk, om te begrijpen en uit dat begrip zal de juiste handeling voortspruiten, indien dat begrip diep genoeg gaat en volledig is.

Een juiste visie, juiste gedachte of verbeeldingskracht, het juiste woord en de juiste handeling, dat zijn de vier voornaamste vereisten voor het edel achtvoudig pad van de Here Buddha. De juiste visie -- niet zoals de woorden uit de Pali-tekst in de regel worden geïnterpreteerd: het juiste geloof -- dat is toch zeker het allereerste vereiste. De dingen klaar en duidelijk te zien zoals ze zijn, betekent meteen ze juist begrijpen, terwijl daarentegen iets, dat slechts een interpretatie is er allicht een bevooroordeeld en onvolmaakt beeld van geeft. Om een dergelijk begrip te verkrijgen moet er die rust zijn, die altijd het kenmerk is van werkelijk respect, en daarnaast ook die aandachtige belangstelling, die nodig is om juist die ene bepaalde klank of stem uit een menigte geluiden te kiezen. Dat proces van het luisteren is de correlatie van dat begrip: de Stem van de Stilte. Als er een stem of een klank is, die opklinkt uit de natuurlijke stilte der dingen – men zegt dat elk ding in de Natuur zijn eigen intrinsieke innerlijke toon heeft -- dan is het slechts mogelijk deze te horen of in ons bewustzijn vast te leggen, als we er met gespannen aandacht naar luisteren, dat wil zeggen: vol belangstelling.
Deze houding om te luisteren of z'n belangstelling en aandacht te schenken juist om de mensen te begrijpen met hun uiteenlopende mentaliteit en problemen, komt maar heel weinig voor in deze tijd juist door zijn geprikkeld en al te werkzaam denkleven. Maar de nieuwe tijd, die dit nu moet gaan doen -- zoals velen van ons hopen en geloven -- moet in elk geval onder sommige mensen gekenmerkt worden door een nieuwe hoedanigheid of door een bewustzijnsniveau, waarin een beter begrip voor de dingen moet wezen. Voor zo'n bevattingsvermogen of begrip is het nodig om een open en evenwichtig verstand te hebben, en eveneens een oor, dat neigt tot luisteren, en niet een denken dat zo vervuld is van zijn eigen opwellingen dat het de dingen slechts kan beoordelen naar de maatstaf van zijn eigen vooropgezette denkbeelden.
Misschien zou er bij onze theosofische bijeenkomsten iets meer naar voren kunnen komen van die geest van willig luisteren, wat met zich mee brengt, dat men stil is en liever tracht te begrijpen dan dat men praat en opkomt voor zijn ideeën. Het is deze houding van belangstelling in anderen, een zekere eerbied voor hen en zekere vriendschappelijke gezindheid jegens hen, die een theosofische bijeenkomst zal stempelen tot een waarachtig en niet alleen maar tot een oppervlakkig, schijnbaar succes.
------------------------------------------


Broederschapslied.



Over de aarde klinkt een juichtoon
Zilvertrillend door de lucht,
Bruisend nu in brede klanken,
Dan weer zwevend als een zucht.
Ja, het klinkt in onze harten:
Wij willen zingen van Broederschap.

‘t Nederig bloempje op de heide
Spreekt in zustertaal tot ons:
Broederschap is ook de lering
Van de bijen blij gegons.
Ja, wij voelen ’t in ons harte:
Wij willen streven naar Broederschap.

Schoonheid leren ons de rotsen,
Zee en wolk en sterrenheir,
En die schoonheid leert ons liefde.
Liefde is de hoogste leer.
Ja, wij voelen in het harte:
Wij willen werken voor Broederschap.

Weldra, als in alle harten
Broederschap zal machtig slaan,
Breekt de Gouden Eeuw der Vrijheid
Voor de mensheid juichend aan.
Ja, die tijd zal spoedig komen:
Universele Broederschap.

***
Uit: “Lotusliedjes”
(Het Theosofische Genootschap)

--------------------------------------------------------------------------

zaterdag 11 juni 2011

FOLDER -Najaar 2011-

TVN-Studiecentrum Assen.
Folder opvragen: bellen 06 28479127
of e-mail; theosofie.assen@gmail.
---------------------

Er wordt in het Najaar 2011 verder gestudeerd in de Geheime Leer deel I.
-------------------------------

Studieochtenden De GEHEIME LEER deel I

Centrum Assen heeft zijn studieochtenden op de woensdagmorgen te Assen.
10.00-12.00 uur (inloop half 10)

De eerste bijeenkomst al op 14 september 2011 zijn.

Kijk voor de andere data in de rechterkolom naar de Agenda 2011 van homepage
-------------------------------------------------------